Melis Stoke
Melis Stoke werd in 1235 geboren in Zeeland. Hij is gestorven rond 1305.
Hij is een schrijver uit 13e eeuw, hij was als klerk in dienst van Graaf Floris V. In die situatie schreef hij in 1290 een kroniek dat rijmt over het Graafschap Holland. Het boek dat daaruit kwam heette ook Rijmkroniek. Hiervoor baseerde Melis Stoke zich op geschreven bronnen, getuigenverklaringen en zijn eigen waarnemingen.
Hij staat hedendaags niet bekend om zijn historische betrouwbaarheid. Omdat hij boeken schreef kon hij lezen en schrijven en dat was in zijn tijd uitzonderlijk. Mogelijk werd er gedacht dat hij monnik was omdat de lees en schrijf kunsten destijds in kloosters noodzakelijk waren. Het is zeer mogelijk dat hij vroeger in een klooster schrijfles kreeg maar dit betekent niet dat hij zelf monnik was.
In 1280-1282 scheef een anonieme auteur werkzaam aan het hof van graaf Floris V een berijmde kroniek over de vroegste geschiedenis van Holland tot het jaar 1205, hierin werd ook Beverwijk genoemd.
In 1301-1302 en in of kort na 1305 vervaardigde Melis Stoke klerk van de Graven Jan II en Willem lll, een vervolg op de eerste kroniek waarin hij op kleurrijke en betrokkenen wijzen verslag doe van de gebeurtenissen die zijn voorgevallen sinds 1205. De zo ontstane rijmkroniek werd nog weer later door Stoke bijgewerkt tot een herziende versie.

Christiaan Sepp
Christiaan Elisa Sepp is geboren op 9 maart 1880 te Beverwijk en verhuisde volgens het bevolkingsregister op 2 mei 1913 naar Amsterdam. Zijn vader, Christiaan Sepp en zijn grootvader Jan Sepp waren doopsgezinden predikanten. Christiaan Elisa werd predikant in de gemeente Beverwijk.
Aan de Breestraat had Christiaan zijn eigen drukkerij. Hiernaast was Christiaan secretaris van de commissie ter bevordering van het vreemdelingen verkeer in Beverwijk. In deze situatie scheef hij in 1902 de gids voor Beverwijk en omstreken. Hierin beschrijft hij vele bezienswaardigheden in Beverwijk en de omgeving. Het schrijven van Christiaan had hij van geen onbekende, zijn vader was namelijk ook auteur van diverse christelijke boeken, die zijn zoon Christiaan dan ook uitgaf.
Isa van Eeghen-(laan)
Isabella Henriëtte van Eeghen werd op 3 februari 1913 geboren in Amsterdam en overleed op 26 november 1996. Isa (zoals zij graag werd genoemd) werd als vierde van de 6 kinderen geboren in een rijk bankiersgezin.
Zij heeft haar hele leven gewoond en gewerkt in Amsterdam. Na haar studie geschiedenis op de Universiteit van Amsterdam haalde zij in 1937 haar doctoraal en schreef zij haar proefschrift met de titel: ‘Vrouwenkloosters en begijnhof in Amsterdam; van de 14de tot het eind der 16de eeuw’. Na haar proefschrift en promotie wilde ze doorgaan met archiefonderzoek en werd volontair (vrijwilliger) op het Gemeentearchief van Amsterdam.
Het archief kon haar echter nog geen baan als archivaris aanbieden en daarom besloot zij een administratieve functie te aanvaarden. Pas op 32-jarige leeftijd verliet zij het ouderlijk huis, maar kwam er wel bijna elke dag nog eten. Aan een huwelijk is zij nooit toegekomen.
Voor het maandblad Amstelodamum en het jaarboek van het Genootschap, waar zij als eerste vrouw zitting kreeg in het bestuurd in 1946, schreef zij vele artikelen. Bijvoorbeeld; regentenfamilies Bicker, Moens en Hooft maar ook buitenplaatsen zoals Akerendam en Scheijbeeck. Hoeveel zij is 1978 met pensioen ging, is zij tot haar dood blijven schrijven.
Ontstaansgeschiedenis van de Broekpolder
De eerste bewoners vestigen zich op een hoge zandrug. Deze bevindt zich ten westen van het toekomstige monument. Ze leven onder meer van de landbouw, zoals blijkt uit een beploegde akker van 700 bij 30 meter uit die periode. Bij een van de vele overstromingen van de grillige delta van het Oer-IJ loopt de bewoonde zandrug enige tijd onder water.
De akkerbouw verplaatst zich in oostelijke richting.
Koeien en varkens worden samen met allerlei gebruiksvoorwerpen begraven in ronde kuilen. Dit ritueel houdt mogelijk verband met de wisseling der seizoenen.
De Romeinen drongen door tot in het noorden van ons land. Ze bouwden onder meer een fort bij Velsen. Of ze zich met hun paard en wagen ook in en toen nog drassige broekpolder hebben gewaagd is onduidelijk. Er zijn dan ook geen voorwerpen gevonden die op hun aanwezigheid duidde. Wel zijn enkele van hun typische mantelspelden aangetroffen, maar het kan ook zijn dat de bewoners van de polder die hebben verloren tijden de ruilhandel.
1250
In de strijd tegen de Westrfriezen stichten de graven van Holland in de directe omgeving een aantal versterkte beruchten, zoals oud Haerlem en Marquette op Heemskerks grondgebied en een kasteel in Castricum.
1292
Floris V die geeft Kennemerland eigen landrechten en ontwikkelt een systeem van wateromlopen om de wateroverlast te beheersen. Zijn ingrepen zijn nog steeds herkenbaar in het landschap.
1750
Op een kaart van Noord- Kennemerland heet het Beverwijkse deel van de polder op de Wyker Broek en het Heemskerkse deel de Zuider Broeks Polder.
1865
De Wijkermeer wordt ingepolderd, waardoor de wateroverlast in het gebied afneemt. In hetzelfde jaar kan een begin worden gemaakt met de aanleg van de spoorlijn Haarlem-Uitgeest.
1800-1914
De aanleg van de Stelling van Amsterdam, waarvan Fort Veldhuis een van de belangrijke verdedigings werken is. De stelling bestaat onder meer uit een uitgebreid stelsel van waterlopen.
1900
Er komt een eind aan de bewoning van Broekpolder. In de directe omgeving zijn voldoende drogere gronden ter beschikking gekomen. De polder wordt voornamelijk gebruikt voor de beweiding van melkvee en voor een enkele eendenkooi.
1957
Aanleg van de rijkssnelweg A9 die het poldergebied doorsnijt.
1993
Het Rijk wijst na overleg met Beverwijk en Heemskerk de Broekpolder. De gemeenten kunnen nu met een omvangrijk nieuwbouwproject tegemoetkomen aan de groeiende woningbehoefte in de regio.
1998
Beverwijk en Heemskerk sluiten een overeenkomst met de Rijksdienst voor het Oudheidkundig Bodemonderzoek en de provincie Noord-Holland over nieuwbouw in de broekpolder. Een gebied van ongeveer 5 hectare in het centrum van de woonwijk blijft onbebouwd en zal als archeologisch monument worden opgenomen in het groenplan.
2000
In juni keurt de provincie het bestemmingsplan Broekpolder goed.
2001
Bouwstart van de Lanen 7&8, de eerste wijk in het 21e eeuwse nieuwbouwproject de Broekpolder.

Waterwijk bestaat uit 2 delen: Waterwijk Noord en Waterwijk Zuid. Tussen deze twee wijken loopt een fiets en loop pad vanaf de Laan van Broekpolder naar de Laan van Archeologie en sluit aan op de tunnel naar de Belgiëlaan. In waterwijk Noord liggen de beide scholen: Panta Rhei en Zeester en aangrenzend de Sporthal.
Langs deze scholen ligt de Pieter Cheeuwenlaan. De buitenrand van Waterwijk Noord wordt gevormd door de Melis Stokelaan, daar woon ik ook zelf. En in het midden van de wijk de beide straten: Christiaan Sepplaan en Isa van Eeghenlaan.
De auteur van de geschiedkundig werk is Pieter Cheeuwen en is van onmisbare betekenis voor onze huidige kennis van het 17de eeuwse Beverwijk. Pieter Cheeuwen wordt vermeld als ‘secretaris van de Wijck’ en deze functie bekleedde hij van 23 september 1642 tot aan zijn dood op 15 mei 1649. Naast secretaris van Beverwijk was Pieter ook nog notaris in Beverwijk.


Maak jouw eigen website met JouwWeb